Nathan Van Hooydonck. Een renner die vooralsnog een kleine introductie behoeft: 24 jaar jong, beloftevol wielrenner voor CCC, de overstap naar de profs reeds achter de kiezen en schikt zich voorlopig in een knechtenrol voor Greg Van Avermaet. Wij kropen op een zonovergoten maandag in mei in zijn wiel. Op en over de scherprechters van het Vlaamse voorjaar. Voorbij grote dromen en pijnlijke herinneringen. Af en toe stopten we voor een babbel over familie, de streek en het onvermijdelijke onderwerp van dit moment: het coronavirus en haar gevolgen.
Geen handen geven
We hadden afgesproken met Van Hooydonck omstreeks 9u ‘s ochtends aan het Service Point van CCC, de door het coronavirus geplaagde ploeg rond olympisch kampioen Greg Van Avermaet. “Ik zal jullie maar geen hand geven hé,” trapt een goedlachse Nathan Van Hooydonck de dag op gang. “Lang geleden dat ik hier nog geweest ben,” zegt Van Hooydonck, die de quarantaine braafjes in zijn woonplaats in Essen heeft doorgebracht. Zijn ietwat lange, Venetiaans blonde krullen doen vermoeden dat ook daar de kappers een tijdje gesloten zijn geweest. De laatste maanden heeft hij zijn trainingen haast uitsluitend alleen afgewerkt. “Afgelopen weekend heb ik voor het eerst sinds lange tijd in groep gefietst. Omdat ik wist wat er vandaag op de planning stond, wilde ik niet te zot doen.” Een verstandige keuze. Vandaag staat er meer dan 200 kilometer door de Vlaamse Ardennen op de planning. Meer dan tien dikke puisten op het Vlaamse aangezicht zullen moeten worden uitgeknepen, maar Van Hooydonck heeft er zichtbaar naar uitgekeken.
Voor hij vertrekt vraag ik hem of hij van plan is om muziek te luisteren tijdens zijn trainingstocht. “Ik luister eigenlijk nooit muziek tijdens het fietsen. Ik krijg daar geen boost van. Soms luister ik naar de podcast van Laurens Ten Dam (vorig jaar kwamen Laurens en Nathan samen uit voor CCC, red.) als ik op de rollen train, dat doodt de tijd een beetje. Wanneer ik in de buitenlucht fiets, kijk het liefst een beetje rond, naar de mooie huizen bijvoorbeeld, en laat ik mijn gedachten afdwalen.”
Zonder er nog meer woorden aan vuil te maken vertrekt Nathan met een koersbroek vol goesting naar de eerste helling van de dag, de Oude Kwaremont, waarna wij met de auto het landschap gaan verkennen. Helaas hebben de wegen de afgelopen maanden geen afgetrainde wielrenners, noch zatte supporters mogen ontvangen. De normaal gezien zo drukke straten liggen er nu desolaat bij. De enige supporter langs de weg is een enthousiaste teddybeer op een geel stoeltje die de dappere wielertoerist aanmoedigt op zijn tocht naar wielergenot.
Om 10u stipt belt Nathan ons op. “Ik ben al lek gereden, kunnen jullie naar het fietspad komen met een paar reservewielen?” Zo gezegd zo gedaan en niet veel later is het tijd om de Kwaremont op te knallen. Wij staan te kijken op de plek waar tijdens de Ronde van 2017 Sagan, Naesen en Van Avermaet tegen de grond gingen en kunnen het tempo waaraan Van Hooydonck de Kwaremont oprijdt alleen maar benijden.
Nonkel Edwig
Na enkele hellingen, waaronder de Kortekeer en de Eikenberg, draaien we voor de eerste maal de Ronde Van Vlaanderenstraat op. Op deze weg staan alle winnaars van de Ronde vereeuwigd in het asfalt, van Pol Deman in 1913 helemaal tot Alberto Bettiol in 2019. Tot nader order nog steeds de laatste winnaar van Vlaanderens mooiste. Tussen Deman en Bettiol kan Van Hooydonck ook zijn eigen achternaam terugvinden. Zijn nonkel Edwig, ofte ‘Eddy Bosberg’, won de Ronde namelijk twee keer, in 1989 en 1991. Hij heeft zijn plekje op Vlaanderens alternatief op de Hollywood Walk of Fame dus dubbel en dik verdiend. Op het moment dat Nathan zich een weg baant langs al deze wielerhelden rijden we achter hem met de auto. We zien hem naar beneden kijken en met z’n vinger wijzen naar de plaats waar ‘Van Hooydonck’ in de weg gegrift staat. Een mooi moment.
“Vroeger luisterde ik vooral naar nonkel Edwig, omdat ik net zoals elke puber beter dacht te weten dan mijn eigen vader.”
Nathan is trots op zijn roots, zo vertelt hij ons. “Ik ben fier op mijn achternaam. Vroeger bij de jeugd werd ik omwille van die naam meer in de gaten gehouden dan een ander en dat vond ik af en toe wel lastig, maar het heeft me anderzijds ook geholpen om uit de anonimiteit te treden. De meeste renners hebben die aandacht nodig om prof te worden. Als mijn achternaam nu bijvoorbeeld Geerts of Palinckx was geweest, had mijn carrière er helemaal anders kunnen uitzien. Daarnaast heb ik ook nog eens ongelooflijk veel kunnen opsteken van onze pa (vader Gino maakte ook bijna tien jaar deel uit van het profpeloton, red.) en nonkel Edwig. Vroeger luisterde ik vooral naar nonkel Edwig, omdat ik net zoals elke puber beter dacht te weten dan mijn eigen vader. Gaandeweg ben ik toch beginnen beseffen dat van de twee broers papa eigenlijk meer de ‘slimme coureur’ was en nonkel Edwig vooral de sterke renner.”
Na een kort intermezzo over de Haaghoek en de Leberg maken we aanstalten om te vertrekken naar misschien wel de meest mythische klim van allemaal, de Muur van Geraardsbergen. Vol overgave bedwingt Van Hooydonck de Muur. Op de top stopt hij even om uit te hijgen en van het uitzicht te genieten. De twaalf klokslagen van de kapel vertellen ons dat het ondertussen middag is.
Carrière maken op heilige grond
“Ik had veel eerder naar hier moeten komen,” vertelt Nathan met een lach op zijn gezicht. “Ik ben echt blij om hier nog eens te zijn. Dit is genieten. Aan de niet-wielerliefhebber kan je nauwelijks uitleggen hoe speciaal deze plek hier is. Dit is heilige grond. Elke wielrenner heeft ook enorm veel herinneringen aan deze streek omdat hier ontelbaar veel jeugdwedstrijden worden verreden. Op een straal van vijftig kilometer rond Oudenaarde wordt zo goed als het volledige Vlaamse voorjaar betwist. Dat zie je nergens anders ter wereld.” Hij heeft een punt. Beeld u zich even in dat de Ronde van Frankrijk enkel in Bretagne passeert.
“Het is op deze wegen dat ik mijn carrière zal moeten maken. Misschien ook nog tussen Parijs en Roubaix, maar het is toch vooral hier dat ik prijzen wil pakken.”
Van Hooydonck heeft jammer genoeg ook al enkele pijnlijke herinneringen aan de ‘heilige grond’, vooral twee deelnames aan de Ronde Van Vlaanderen voor beloften zal hij niet snel vergeten. In 2015 dwong een zware val in de afdaling van de Koppenberg hem tot een opgave vlak voor het losbarsten van de finale, en ook in 2016 sloeg het noodlot toe. “Die dag had ik al van bij de opwarming een super gevoel, maar na 80 kilometer kwam een stomme valpartij tot stand. Terwijl ik uitweek voor iemand voor mij werd ik van mijn fiets gereden door iemand die achter mij reed. In het begin leek alles onder controle. Ik heb nog 15 kilometer doorgereden tot de top van de Valkenberg, omdat daar mijn ouders stonden, maar toen ik boven aankwam, was de pijn niet meer te harden en ben ik in de auto gestapt. Later bleek dat ik mijn sleutelbeen had gebroken.”
Ik vraag hem of hij tijdens het oprijden van de kasseien denkt aan de klassiekers, die nu in oktober zullen gereden worden. “Natuurlijk denk ik daar aan. Het is op deze wegen dat ik mijn carrière zal moeten maken. Misschien ook nog tussen Parijs en Roubaix, maar het is toch vooral hier dat ik prijzen wil pakken. Overgangsetappes in grote ronden en kleine rittenkoersen liggen ook binnen mijn mogelijkheden. Ik kan wel een berg over, maar om te winnen moet alles meezitten natuurlijk.”
Eén van de mannen waar Van Hooydonck het in de rest van zijn carrière zal tegen moeten opnemen is generatiegenoot en huidig wereldkampioen Mads Pedersen, die onlangs in een interview te kennen gaf dat hij nog veel verwacht van Nathan en hem ziet als een beresterke renner. “Het is super fijn als je zoiets te horen krijgt, nu is het aan mij om zijn verwachtingen in te lossen (lacht). We hebben bij de jeugd geregeld een rechtstreeks duel uitgevochten en kennen elkaar dus wel een beetje. Mads was toen ook al super sterk, ik hoop dat ik hem in de toekomst vaak zal tegenkomen in koers.”
We nemen afscheid van het idyllische uitzicht en maken rechtsomkeer richting Oudenaarde, en zetten ons schrap voor de favoriete klim van Sep Vanmarcke, de Paterberg. “Lastig hier ze!”, roept Nathan als we hem met de auto inhalen. Wanneer we even pauze hebben vertelt hij ons: “Tijdens de wedstrijden wordt er steevast fel doorgetrokken op de uitloper. Greg (Van Avermaet, red.) heeft me geleerd daarop te trainen. Als we deze klim met de ploeg doen, is iedereen aan het afzien in zijn wiel.”
“Het zou geweldig zijn als we terug kunnen gaan naar een ploeg die in de breedte een sterk blok vormt zoals ten tijde van BMC. De andere ploegen hebben nu minder schrik van ons dan vroeger, en dat is jammer.”
Van Avermaet is volgens Van Hooydonck ook meer dan louter een collega. “Als ik nu zou zeggen dat ik hem ga vragen als getuige op mijn trouw, dan overdrijf ik, maar onze band neigt wel naar vriendschap. Vroeger keek ik naar hem op en toen ik hem eerst leerde kennen was ik een beetje onder de indruk van hem. Gelukkig is Greg altijd zichzelf en oprecht en maakte dat gevoel van bewondering snel plaats voor een meer dan goede verstandhouding. Ik steek enorm veel van hem op. Greg heeft enorm veel ervaring en als hij op training iets zegt over een bepaalde fase in een wedstrijd dan houd ik mijn oren en ogen goed open.”
Niet veel later passeren we een weggetje waar foto’s van legendarische winnaars van de Ronde permanent tentoongesteld staan. Van Hooydonck houdt halt bij de bekende foto van zijn nonkel, in tranen na zijn eerste solo aankomst in Meerbeke. “Ik ga er een foto van nemen en naar mijn oma sturen. Zij vindt het heel leuk om zulke dingen te zien. Vroeger kwam ze bijna altijd naar de koers kijken. Nu dat wat moeilijker geworden is, probeer ik af en toe wat foto’s door te sturen. Zo kan ze toch nog een beetje meegenieten. Er zijn ook enkele fans die me via Instagram soortgelijke foto’s doorsturen. Dat apprecieer ik enorm.”
Minder schrik van ons
Na de laatste hellingen van de dag, waaronder de Koppenberg en nog twee keer de Kwaremont, keren we terug naar het Service Point van CCC. Het team krijgt het momenteel zwaar te verduren omwille van economische crisis veroorzaakt door het coronavirus. De toekomst van de ploeg oogt hoogst onzeker nu CCC officieel bekend heeft gemaakt dat het stopt als sponsor. “Ik hoop toch dat we op de één of andere manier kunnen blijven voortbestaan,” vertelt Van Hooydonck. “Welke naam er op mijn truitje staat, maakt mij helemaal niets uit. Als de structuur van de ploeg min of meer behouden blijft, ben ik tevreden. Het zou geweldig zijn als we terug kunnen gaan naar een ploeg die in de breedte een sterk blok vormt zoals ten tijde van BMC. De andere ploegen hebben nu minder schrik van ons dan vroeger, en dat is jammer. Maar als je even opsomt wie er allemaal vertrokken is, is het logisch dat we aan kwaliteit hebben moeten inboeten.”
Ondanks de bekommernissen rond zijn toekomst en het voortbestaan van de ploeg, weet Van Hooydonck het hele gebeuren goed te relativeren. “Het is doodzonde dat de klassiekers niet op hun voorziene datum zijn kunnen doorgaan en dat het dit jaar niet zo’n groot volksfeest zal worden als de voorbije edities. Voorts is het ook niet fijn om een deel van je loon te moeten inleveren, maar er zijn ergere dingen. Ik vind het veel erger voor kleine of grote zelfstandigen die hun levenswerk in rook zien opgaan. Om nog maar te zwijgen over de mensen die hun dierbaren hieraan verliezen.”