Follow
Top

Zondag 5 juli 2020. De dag waarop de eerste editie van de Grote Prijs Vermarc Sport plaatsvond. De dag waarop de profrenners voor het eerst in meer dan vier maanden weer op Belgische bodem de degens mochten kruisen. De dag na het tragische overlijden van de veel te jong gestorven Niels De Vriendt. De dag waarop de koers weer van ons werd. Wij brengen het relaas van de eerste koers op Vlaamse wegen in het postcorona tijdperk. We spraken met overenthousiaste fans over de koers, snoven de sfeer op en zagen dat de mannen op de fiets er godverdomme goesting in hadden.

Parcheggio David Dekker tijdens GP Vermarc

Iedereen heeft er zin in

We komen aan in Rotselaar rond 10u ‘s ochtends en besluiten om met de auto het parcours te verkennen. We maken een rondje van om en bij de 15 kilometer dat voor een groot deel is uitgetekend op dezelfde wegen als de Sven Nys Cycling Route. Op het eerste gezicht vertoont het toertje enorm veel gelijkenissen met een nieuwelingenparcours. Renners die kunnen manoeuvreren en de capaciteit hebben om goed positie te kiezen, zullen in het voordeel zijn.

Wat ook meteen opvalt langs het parcours zijn de groene tuinstoelen in de voortuinen. Hier en daar steekt er ook een nieuwsgierige toeschouwer zijn neus al eens aan het venster in de hoop een glimp te kunnen opvangen van een renner die bezig is met zijn opwarming. ‘t Is koers, en Rotselaar is er klaar voor, laat daar geen twijfel over bestaan. Na de verkenning besluiten we de auto op de top van de helling van de dag te parkeren. Die eer gaat vandaag naar de Middelberg, een kleine maar snedige heuvel nabij Wezemaal die de renners maar liefst tien keer zullen moeten bedwingen.

We laten de auto achter in de berm en slaan een praatje met de naast ons geparkeerde supporters van Arne Marit, een belofte die uitkomt voor Lotto – Soudal. “Normaal gezien zou hij na dit seizoen prof worden, maar door het coronavirus wordt die overstap waarschijnlijk een jaar uitgesteld,” weet één van de heren ons te vertellen, terwijl hij met veel smaak zijn eerste Stella soldaat maakt. “Het is zalig om eindelijk terug naar de koers te kunnen gaan, we hebben er veel te lang op moeten wachten. We kijken enorm uit naar wat er nu allemaal zit aan te komen. Het zal een beetje anders zijn, maar dat gaat ons niet tegenhouden. We weten nu al waar we met onze mobilhome gaan staan tijdens de Ronde!”

“Wij komen niet voor de koers, wij komen voor ‘t feest.”

Enkele meters verderop zit een vader met zijn dochter te picknicken in een zwarte camionette, vergezeld door een gigantisch spandoek van Deceuninck – Quick-step renner Pieter Serry. “Ik supporter al een tijdje voor Pieter, we komen uit dezelfde streek en samen met een paar vrienden vormen we een kleine fanclub,” vertelt de vader. “Tijdens de lockdown heb ik hem zelfs persoonlijk leren kennen! Ik had hem benaderd via Instagram met de vraag of hij een videoboodschap wilde maken voor de verjaardag van een vriend die deel uitmaakt van ons clubje. Hij heeft daar heel enthousiast op gereageerd, een filmpje doorgestuurd en sindsdien zijn we ook wat contact blijven houden. Hij was gecharmeerd door het feit dat hij als knecht toch ook enkele hevige supporters voor zich heeft kunnen winnen. Ik heb meteen een groot spandoek van hem laten maken en een houten plaat uitgesneden om zijn naam op het asfalt te kunnen spuiten, maar dat is misschien wat te veel van het goede.” We merken dat hij oprecht twijfelt, maar gelukkig kunnen we hem toch overtuigen de spuitbus boven te halen. Vader en dochter gaan aan de slag en niet veel later staat ‘Pieter Serry’ te blinken in mooie, witte letters op het asfalt.

Parcheggio vader en dochter kalken Pieter Serry op de weg

We zetten onze tocht langs de mobilhomes verder en nog voor we zelf iets kunnen zeggen roept de grapjas van een groepje fanatiekelingen ons toe. “Seg mannen, niet te veel foto’s pakken want die van ons mag niet weten dat ik hier zit!” Een van zijn vrienden antwoordt:. “En mijn vrouw weet wel dat ik hier zit maar niet dat ik een ander bij heb.” We barsten gezamenlijk in lachen uit en merken al heel snel dat deze mensen niet alleen voor de wielrenners naar hier zijn gekomen. “Wij komen niet voor de koers, wij komen voor ‘t feest. Dat doen wij al jaren zo. Vorig jaar stonden we een week op voorhand langs het parcours van de Ronde Van Vlaanderen, maar ik heb uiteindelijk niets van de koers gezien. Iets te vroeg gepiekt.” Het groepje feestvierders legt ons uit dat ze al vanaf gisteren langs de kant van de weg staan. Op het eerste gezicht leek dat misschien wat overdreven, maar wanneer we even later een mobilhome voor de tweede keer voorbij zien rijden, tevergeefs op zoek naar een plaatsje, beseffen we plots het belang van tijdig arriveren. De eerste profkoers brengt heel wat mensen op de been, en het parcours is simpelweg te klein om iedereen een plaats aan te bieden. Het olijke gezelschap biedt ons een biertje aan. Omdat we niet onbeleefd willen zijn (en stiekem ook wel zin hebben in een pintje) nemen we dat met plezier aan. “Wel snel genoeg drinken hé, gasten, als ge meer dan vier slokken nodig hebt voor een pintje,  kunt ge bij ons niet volgen!” We bedanken de man voor zijn goede raad en zetten onze tocht verder.

“Opeens komt de zon voorzichtig tevoorschijn, alsof Frank Vandenbroucke de eerste koers niet onder een grauwe hemel wil laten doorgaan.”

Parcheggio tevreden toeschouwers op de GP Vermarc

De koers

Vervolgens beslissen we om ons te begeven naar de startzone, waar we zoals verwacht niet mogen komen zonder de juiste legitimatie. Twee seingevers houden iedereen op een veilige afstand. Ook twee fietsers proberen om met een smoesje aan de regels te ontsnappen, maar slagen niet in hun opzet. Via de struiken kunnen we gelukkig toch een glimp opvangen van de renners. Het is een zeer uiteenlopend gezelschap van grote en minder grote namen, profs en beloften, WorldTour teams en continentale ploegen. Het is tijd voor de start. Een kippenvelmoment in alle betekenissen van het woord. Wanneer de renners hun helm afzetten voor de minuut stilte ter nagedachtenis van de betreurde Niels De Vriendt, komt de wind sterk opzetten en blaast ijskoude, minuscule regendruppels in ieders nek.

De eerste doortochten van de renners volgen we in Wezemaal. Opeens komt de zon voorzichtig tevoorschijn, alsof Frank Vandenbroucke de eerste koers niet onder een grauwe hemel wil laten doorgaan. Het coronavirus weerhoudt de mensen er niet van om er een groot volksfeest van te maken. Veel cafés hebben een extra tapkraan buiten gezet en er heerst een (misschien iets te) gezellige drukte op en rond het Wezemaalplein. Mondmaskers zijn nauwelijks te bespeuren. Eén van de weinige supporters die wel een mondmasker draagt, is Cameron Vandenbroucke, de dochter van wijlen Frank. Zij komt vermoedelijk haar geliefde, Belgisch kampioen Tim Merlier, naar de overwinning schreeuwen. Bij elke passage troepen de mensen langs de kant van de weg samen, soms rijen dik. Van anderhalve meter afstand houden, is geen sprake.

Er wordt gekoerst zoals men dat bij de nieuwelingen doet. Van bij de start wordt de gashendel volledig open gedraaid en elke passage lijkt de samenstelling van de kopgroep te wijzigen. We kiezen ervoor om de ontknoping te volgen op de Middelberg, maar een seingever houdt ons tegen. “Het is te druk boven. De politie heeft me de opdracht gegeven om niemand meer op de helling toe te laten.” Ik leg hem uit dat onze auto bovenop de top staat en uiteindelijk kunnen we toch een mooi plaatsje bemachtigen. Bij de zesde doortocht roept de koersdirecteur voor de eerste keer op tot het dragen van een mondmasker en afstand te houden. We vragen ons af waarom hij dat niet vanaf het begin deed. Tijdens de laatste ronde wordt het duidelijk dat een trio zal strijden voor de overwinning. Florian Sénéchal, Oscar Riesebeek en werelduurrecordhouder Victor Campenaerts vliegen voor een laatste keer wiel in wiel de helling op. Het peloton volgt op veilige afstand. Na de laatste passage haalt iedereen zijn smartphone boven om de laatste kilometers via de livestream te kunnen volgen. Overal troepen mensen samen rond het toestel met de beste ontvangst. Daarop valt te zien hoe Sénéchal de anderen van zich afschudt en solo naar de overwinning rijdt. Het waait ondertussen zodanig hard dat hij noodgedwongen één hand aan het stuur moet houden wanneer hij over de finish rijdt. Na de race keert iedereen braafjes huiswaarts. Klaptafels worden opgeborgen, pintjes worden in vier slokken opgedronken, koelboxen worden in de koffer geladen, spandoeken worden opgerold. Iedereen is tevreden. De koers is terug van ons.

Parcheggio Logo